204
Gereedschap voor vloerlegger
Gereedschap voor vloerlegger
HET PRINCIPE VAN WARM LASSEN
Bestaat uit het fusioneren van een PVC-draad met een vloerbedekking van dezelfde aard, om een volledige waterdichtheid te garanderen.
Een goed lasresultaat is te herkennen aan de aanwezigheid van een randje aan de beide kanten van de lasdraad.
Warm lassen : PVC/
Linoleumvloeren
WAAROM WARM LASSEN?
HOE WARM LASSEN?
Over het algemeen , voor bekledingen in banen , behoeven de lokalen een
behandeling van de voegen vanaf ze classificatie E2 of E3 hebben.
•
E1:
steekvoeg of koud lassen
•
E2:
warm lassen of koud behandelen
•
E3:
warm lassen
Let op: Het warm lassen van linoleum geeft geen toegang tot classificatie
E2.
Warm gelaste vloerbedekkingen zijn vaak te vinden in:
douchesystemen, grootkeukens, openbare toiletten, ziekenhuizen,…
(bron: gidsen van CSTB nr. 3509).
De behandeling van voegen heeft als doel de bescherming tegen water en vervuiling te garanderen. Het lassen wordt aanbevolen afhankelijk van de aard
en classificatie van de ruimte.
De noodzakelijkheid van lassen hangt af van het classement van de ruimte volgens:
• de bestemming van de ruimte;
• de aard van de vloerbedekking;
• de onderhoudsmethode;
• de aard van de ondergrond.
Over het algemeen, voor bekledingen in banen, behoeven de lokalen een behandeling van de voegen vanaf ze classificatie E2 of E3 hebben.
KLASSE
Activiteit van ruimte
Type interventie
E1
SPORADISCHE AANWEZIG-
HEID VAN WATER
DROOG ONDERHOUD
E2
FREQUENTE AANWEZIG-
HEID VAN WATER
NAT ONDERHOUD
REINIGING DOOR BOENEN
E3
LANGDURIGE AANWEZIG-
HEID VAN WATER
ONDERHOUD-REINIGING
DOOR BOENEN
De Franse wetgeving verplicht
het warm lassen van vloerbekledingen met een gebruik U3 P3 of U4 P3 voor een classificatie:
•
E2
op houten ondergrond
•
E3
op betonnen of houten ondergrond
De wetgeving beveelt ook het warm lassen aan in dezelfde omgeving voor een classificatie:
•
E1
op houten of betonnen ondergrond
•
E2
op betonnen ondergrond
Het warm lassen is verplicht voor het behalen van classificatie E3 en bij plintopbouw.
1- AFSCHUINEN:
Met een handmatige groever of met
een voegenfrees, om de voeg tussen
de banen 3 tot 4 mm te openen.
2- LASSEN:
Met een handlasapparaat en een
gepast mondstuk voor lasnaden
(mondstuk
met
snelkoppeling
voor brede stroken, mondstuk in
hoekvorm voor afwerkingen, ...)
3- AFSTEKEN:
In twee keer, om een perfecte
afwerking te garanderen.
